Kamp Pakan Baroe · NIOD

Japanners verzwijgen capitulatie en openen dodenspoorweg Sumatra

Met officiële toespraken, fanatiek banzai-geroep en het slaan van een goudkleurig klinknagel is op Sumatra de Pakan Baroe spoorlijn geopend. De Japanners hebben de dwangarbeiders hier nog niet verteld dat de oorlog over is.

Japan wilde per se de treinverbinding openen. En de dwangarbeiders nog inzetten om de spoorlijn verder af te maken. Aan deze dodenspoorweg hebben ongeveer 4000 Nederlanders gewerkt, vermoedelijk zijn 700 van hen omgekomen.

De lijn - ruim 200 kilometer lang - was de ontbrekende schakel tussen West- en Oost-Sumatra. De Japanners wilden het traject gebruiken voor het transport van troepen en wapentuig. Hij komt nu gereed op de dag dat hij definitief overbodig is geworden.

De Pakanbaroe-spoorlijn op Sumatra · nos

De afgelopen jaren is er onder barbaarse omstandigheden door de geallieerde krijgsgevangen en romusha's (Javaanse slaven) gewerkt aan het spoor in het oerwoud van Sumatra.

Als gevolg van de hitte, besmettelijke ziekten, het zware werk, ondervoeding en mishandeling, stierven vooral de romusha's bij bosjes. Zij kregen anders dan de krijgsgevangenen helemaal geen medische zorg. Er zouden meer dan 80.000 Javanen om het leven zijn gekomen.

"De Japanners beschouwen de romusha's als minderwaardig", zegt de Nederlandse krijgsgevangene Han de Bruïne. "Ze lieten ons bijvoorbeeld wel onze doden begraven, maar de zieke Javanen werden gewoon achtergelaten. Je zag hun lijken liggen langs het spoor, maar je sloot je daarvoor af."

Maden

De Bruïne (21) is zelf is ook uitgeput en ziek van de beriberi. De afgelopen tijd werkte hij als ziekenverzorger in Pakan Baroe 2, het dodenkamp. De hel op aarde. Veel mannen zijn er zeer slecht aan toe, ze hebben hoge koorts en hebben tropenkolder. Ze kregen waanvoorstellingen en werden hyperactief.

"Voor de eiwitten gaven we hun de maden die we vingen uit de latrines. Op onze wonden plaatsten we ook die maden omdat ze de bacteriën opaten. Op mijn eigen zwerende enkel zag dit er eng uit, maar de wond genas wel snel."

Gevangene kamp Pakan Baroe · NIOD

Voedsel is ook een groot probleem. Tijd om te eten was er amper. De Japanners dreven hun gevangenen snel weer op. Werk, werk en nog meer werk.

"We aten iedere ochtend sagomeelpap. Dit stijfsel, een soort behanglijm, smaakte opgewarmd en met zout wat beter. We werkten soms van 's morgens 6 uur tot 's avonds 23 uur met maar een half uurtje pauze. 's Avonds kregen we een kopje rijst. Wilde postelein vond ik in het oerwoud en ik at varentoppen om vitaminen binnen te krijgen", zegt De Bruine.

Hij werkt sinds begin 1944 bij de spoorlijn nadat hij een aantal jaren samen met zijn vader in een Jappenkamp had gezeten. Waar zijn vader nu is, weet hij niet. De Bruïne heeft bij aankomst in het kamp nog een briefkaart mogen schrijven met daarop negen verplichte zinnen en één eigen zin.

Weggezakt

De Pakan Baroe Spoorlijn is minder bekend dan de Birmaspoorweg tussen Thailand en Birma. Ook deze spoorlijn van 415 kilometer dwars door het oerwoud werd door dwangarbeiders en Javaanse slaven aangelegd.

Meer dan 15.000 krijgsgevangenen stierven door uitputting, ondervoeding en ziekte. Onder hen bijna 3000 Nederlanders, KNIL-militairen en mensen die in Nederlands-Indië woonden. In september 1942 begonnen de Japanners met de bouw van de spoorlijn, 16 maanden later was het klaar.

De Nederlandse dwangarbeider De Bruine kan zich niet voorstellen dat er ooit een trein over zijn traject zal rijden. "Na één regenbui zakt de rails alweer weg alsof er een kudde olifanten overheen is gelopen. Al het grind zakt steeds weg in het moeras."