Fotografen stonden dag en nacht bij de school in Bovensmilde tijdens de gijzeling in 1977
In samenwerking met
RTV Drenthe
NOS Nieuws

Onderzoek naar trauma's slachtoffers gijzeling Bovensmilde, 47 jaar na dato

Er komt voor het eerst een groot onderzoek naar de problemen bij slachtoffers van de basisschoolgijzeling in Bovensmilde in 1977. De toen 11-jarige Cor Udding heeft de afgelopen jaren gestreden voor meer erkenning voor de slachtoffers. "Eindelijk een forse stap richting erkenning, al had dit 47 jaar geleden moeten gebeuren", zegt hij tegen RTV Drenthe.

Vier Zuid-Molukse jongeren drongen op 23 mei 1977 basisschool De Meenthe in Bovensmilde binnen. 105 kinderen en vijf leerkrachten werden dagenlang vastgehouden. Na vier dagen werden de kinderen en één leerkracht vrijgelaten.

De andere leerkrachten kwamen op 11 juni vrij, nadat het leger was ingezet en pantservoertuigen op de school werden afgestuurd. Dat was op dezelfde dag dat mariniers een einde maakten aan een treinkaping bij De Punt, niet ver van Bovensmilde.

Op elke hoek tanks

"Niet alleen die dagenlange gijzeling heeft er bij de jonge kinderen enorm ingehakt, maar ook de lange nasleep", zegt de inmiddels 58-jarige Udding. Hij herinnert zich dat het onveilig was in het dorp door rellen en brandstichting.

Ook was er militaire bewaking bij de school en stonden er een jaar lang op elke hoek tanks. "Dat heeft allemaal zo gigantisch veel impact gehad. Ik denk dat die periode erna nét zo dramatisch is geweest als de gijzeling zelf."

Hij vindt dat er te weinig nazorg is geweest voor de slachtoffers, stapte meermaals naar de politiek en ging in gesprek met premier Rutte. "Zeer onterecht kregen sommige slachtoffers van hulpverleners te horen dat zij destijds te jong waren om er echt iets aan over te houden. En er werd binnen gezinnen niet over gepraat", zegt hij.

Last van herinneringen

Volgens Udding hebben de gebeurtenissen en het gebrek aan nazorg het leven van veel slachtoffers beïnvloed. "Zelf heb ik behoorlijk lang weinig last gehad van het trauma, totdat in de coronatijd met het invoeren van de avondklok mijn vrijheid ineens werd ingeperkt. Ik begon toen last te krijgen van herinneringen van destijds en ik begon er ook over te dromen."

Hij besloot contact op te nemen met de andere gegijzelden. "Er zijn veel verhalen over scheidingen, sociale en maatschappelijke problemen, zowel geestelijk als fysiek, binnen gezinnen en post-traumatische situaties", stelt hij. Hoe groot de groep is die zich inmiddels bij hem heeft gemeld, wil hij niet kwijt. "Maar het zijn er veel en ze blijven komen."

Vertrouwen winnen

Hij vindt het aangekondigde onderzoek "een eerste stap naar eerherstel". Het onderzoek is vorige week door minister Weerwind (Rechtsbescherming) aangekondigd en is onderdeel van een groter project rond slachtoffers van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De studie begint binnenkort en wordt uitgevoerd door ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum.

"Laat ik het zo zeggen: dit is een belangrijke en goede stap en een bewijs dat we niet vergeten zijn. Maar ik ben ook afwachtend, de kurk gaat nog niet van de champagnefles", zegt Udding over het onderzoek.

"Ik ben blij met het woord 'zorgvuldig' in de tekst van Weerwind, want dat is ook uitermate belangrijk. De gesprekken met de slachtoffers moeten de basis vormen, maar voordat je het over goede gesprekken hebt, moet je eerst vertrouwen winnen. Dat zal een uitdaging worden, na al die tientallen jaren dat er niets gebeurde."

Advertentie via Ster.nl