Ouderen met meerdere aandoeningen zullen de meest voorkomende patiënt in het ziekenhuis worden
NOS Nieuws

Ziekenhuizen niet klaar voor toestroom van patiënten met meerdere ziektes

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

  • Judith Pennarts

    Onderzoeksredactie Nieuwsuur

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

  • Judith Pennarts

    Onderzoeksredactie Nieuwsuur

De ziekenhuiszorg in Nederland dreigt de komende jaren vast te lopen, omdat er steeds meer patiënten zijn die meerdere ziektes tegelijk hebben. Gebrekkige samenwerking tussen medisch specialisten onderling, de snelle vergrijzing van de bevolking en de complexe financiering van het zorgsysteem versterken deze tendens.

Artsen werken nu aan oplossingen, maar de uitvoering daarvan stuit op bureaucratische obstakels. De impasse leidt tot versnipperde zorg en kan calamiteiten veroorzaken, bijvoorbeeld door medicatiefouten.

Dat blijkt uit een inventarisatie van de gezamenlijke onderzoeksredactie van de NOS en Nieuwsuur, die daarvoor sprak met zeven wetenschappelijke beroepsverenigingen van medisch specialisten, artsen en hoogleraren.

De conclusie is dat met name de demografische verandering van de bevolking tot en met 2040 leidt tot een overweldiging van het huidige ziekenhuissysteem. Nu hebben al 5,7 miljoen mensen twee of meer chronische aandoeningen. In 2040 zullen dat er 6,6 miljoen zijn, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.

Het grootste deel van die patiënten zal bij ziekenhuizen aankloppen. Het gaat vaak om ouderen die meerdere ziektes tegelijk hebben. Nog niet gepubliceerde cijfers van de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar die de onderzoeksgroep inzag, bevestigen het groeiend beslag dat patiënten met meerdere ziektes leggen op de zorgcapaciteit.

Uit eerder onderzoek van de NOS en Nieuwsuur bleek al dat de zorg structureel dreigt vast te lopen doordat patiënten onnodig in het ziekenhuis terechtkomen. De onderzoeksredactie heeft nu uitgezocht of ziekenhuizen de verwachte toestroom van patiënten met meerdere ziekten, die wél in het ziekenhuis thuishoren, aankunnen. Ook daar blijkt het systeem niet meer op toegerust.

"De zorg is nu ingericht op de behandeling van één specifieke ziekte", zegt hoogleraar interne geneeskunde Barbara van Munster. "En de specialist is opgeleid om die behandeling zo goed mogelijk te doen."

De huisarts behandelt een groot deel van de aandoeningen, maar bij meerdere aandoeningen komen mensen in het ziekenhuis terecht

Barbara van Munster, hoogleraar interne geneeskunde

De financiering van de zorg houdt deze werkwijze volgens Van Munster in stand. Het systeem is ingesteld op de bekostiging van behandelingen van één ziekte zoals kanker, waar 'multidisciplinaire overleggen' wel gefinancierd zijn, maar niet op patiënten met meerdere aandoeningen.

Dit vormt een tikkende tijdbom onder de toegankelijkheid van ziekenhuiszorg. Want juist deze zieken zullen de komende jaren de meest voorkomende ziekenhuispatiënt worden. "De huisarts behandelt een groot deel van de aandoeningen", zegt Van Munster. "Maar als men meerdere aandoeningen heeft, en ik bedoel drie, vier, vijf, dan komen ze in het ziekenhuis terecht."

Aanslag op ziekenhuiscapaciteit

Bij de Noordwest Ziekenhuisgroep in Alkmaar heeft arts-onderzoeker Ursula de Ruijter inzichtelijk gemaakt hoeveel beslag zo'n type patiënt legt op de totale capaciteit van een ziekenhuis. Van de 140.000 patiënten die in 2019 een polikliniek in Alkmaar bezochten, had slechts een kwart van hen meerdere ziekten tegelijkertijd. Maar bijna de helft van alle consulten ging op aan deze groep. Volgens hoogleraar Van Munster is deze casus representatief voor de rest van Nederland.

In deze video laat Ursula de Ruijter zien hoeveel capaciteit nodig is voor één patiënt met meerdere aandoeningen.

Ursula's hoogbejaarde patiënt raakte verstrikt in een web van specialisten

Voorbeelden van samenwerking tussen artsen bij patiënten met meervoudige problemen zijn gering, maar bestaan wel. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch maken internisten, klinisch geriaters, longartsen, cardiologen en ziekenhuisartsen elke ochtend op een speciale afdeling gezamenlijk een behandelplan voor complexe patiënten.

Ook hier spelen financieringsproblemen, maar die zijn tijdelijk opgelost omdat de vakgroepen van deze medisch specialisten een deel van hun budget hebben ingeleverd. Daardoor konden specifiek opgeleide ziekenhuisartsen aan de slag om patiënten juist breder te onderzoeken en de dagelijkse overleggen tussen specialisten te begeleiden.

Succesvol alternatief

Klinisch geriater Esther Cornegé toont een wetenschappelijke publicatie met de resultaten. "De opnameduur is twee dagen korter en de patiënttevredenheid is ook erg goed. Daarnaast bezoeken patiënten minder artsen omdat door de samenwerking het aantal onderlinge verwijzingen is gehalveerd."

Je merkt aan alles dat het huidige denken nog heel erg ziektegericht is.

Robin Peeters, hoofd interne geneeskunde Erasmus MC

Dit programma landelijk invoeren blijkt echter lastig. Cornegé ondervindt in haar rol als voorzitter van de beroepsvereniging voor klinisch geriaters veel terughoudendheid bij zorgbestuurders en zorgverzekeraars. Financieel vindt men het riskant.

Niet alleen financiering is een obstakel. "Je merkt aan alles dat het huidige denken nog heel erg ziektegericht is, waarbij er onvoldoende aandacht is voor het feit dat een steeds groter deel van de bevolking meer dan één ziekte heeft", zegt Robin Peeters, hoofd interne geneeskunde Erasmus MC en eveneens pleitbezorger van samenwerking.

Die blinde vlek is ook zichtbaar in het Integraal Zorgakkoord, in wezen de blauwdruk voor hoe de toekomstige Nederlandse zorg moet worden ingericht. Maar de patiënten die lijden aan meerdere ziekten worden slechts drie keer zijdelings genoemd. Afspraken over betere samenwerking tussen medisch specialisten zijn geen thema.

We kunnen ons niet permitteren af te wachten tot we de getallen hebben.

Robin Peeters, hoofd interne geneeskunde Erasmus MC

Peeters ervaart als voorzitter van de Nederlandse Internisten Vereniging hoe gebrek aan aandacht steun in de weg staat. Al vijf jaar probeert hij bij de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) financiering te regelen om tot een betere samenwerking tussen medisch specialisten te komen. Zonder vergoedingen kunnen de overleggen voor ziekenhuizen financieel niet uit.

Verspilde tijd

Voordat verzekeraars zulk overleg vergoeden, willen zij zwart op wit zien dat de gesprekken nut hebben. Daar wil Peeters pilots voor opzetten, maar hij ervaart bij de zorgverzekeraars weinig bereidheid tot hulp. Die spreken dat tegen en stellen dat het aan Peeters is om met een concreet onderzoeksplan te komen. "Dit plan hebben we nog niet ontvangen."

"Zo verspillen we met z'n allen kostbare tijd", zegt Peeters. "Een compleet uitgewerkte business case is een utopie in deze fase." Vanwege het dreigende zorginfarct benadrukt hij de urgentie om nu te testen wat wel of niet werkt. "We moeten dit nu echt samen oppakken. Het zorgstelsel barst bijna uit zijn voegen, dus we kunnen ons niet permitteren af te wachten tot we de getallen hebben."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl