NIOD digitaliseert oorlogsdagboeken: 'bijzondere persoonlijke waarnemingen'

  • Helma Coolman

    redacteur Binnenland

  • Helma Coolman

    redacteur Binnenland

Het NIOD Instituut voor Oorlogs- Holocaust- en Genocidestudies heeft er zo'n 2100: dagboeken over het dagelijks leven tijdens de oorlog. Ze vertellen het verloop van de oorlog in priegelhandschrift. Maar ook brieven, plakboeken met krantenknipsels en aantekeningen. Ze hebben inmiddels een eigen plekje in het archief in Amsterdam.

Papier was schaars tijdens de oorlog, dus soms zijn het samenraapsels van blaadjes en papiertjes. Een honderdtal vrijwilligers is nu begonnen al die dagboeken uit te tikken en met zoekwoorden online toegankelijk te maken voor onderzoek.

"Er zijn steeds minder mensen die uit eigen waarneming kunnen vertellen over wat er toen gebeurde. Deze dagboeken zijn nog de persoonlijke waarnemingen uit die tijd en daarom authentiek", zegt projectleider René Pottkamp. "Ze gaan vaak over kleine verhalen in bezettingstijd binnen het gezin of een gemeenschap met details die al lang vergeten zouden zijn."

In een Japans interneringskamp schreef iemand zijn ervaringen dagelijks op Monopoly-biljetten en een notaris tikte alles uit wat hij meemaakte:

Een dagboekje op Monopoly-geld

Het NIOD heeft vermoedelijk de grootste verzameling, maar overal in het land worden dit soort documenten aangeboden. De zonen van verzetsstrijder Herman Derks uit Ohé en Laak brengen het dagboek van hun vader deze week naar het Vrijheidsmuseum in Groesbeek. Jarenlang lag het boekje in een bureaula.

De mannen taalden er niet naar, ook niet toen hun vader overleed. "Het was zo'n minuscuul handschrift, zelfs als we wilden konden we het niet lezen", vertelt zoon Jos. Tot zijn broer Sjek met pensioen ging en besloot het hele relaas te ontcijferen.

"Het verhaal was wel verrassend", zegt Jos. "Onze vader had weinig verteld, voor hem was het een gepasseerd station. Hij had gewoon zijn plicht gedaan. Maar het dagboek was heel openhartig. Ook voor mijn moeder."

De broers Sjek en Jos lezen stukjes voor uit het zeer persoonlijke dagboek van hun vader:

'Dit dagboek moet je hier niet laten liggen'

Het dagboek van vader Herman gaat over de periode oktober 1944 tot mei 1945. Het Limburgse Ohé en Laak lag toen op de grens van bezet gebied. De overkant van de Maas was bevrijd.

In bezet gebied werden regelmatig razzia's gehouden om mannen op te pakken voor de Arbeitseinsatz. Herman bracht vele nachten lang jonge mannen de rivier over om ze uit handen van de bezetter te houden.

Feesten

Herman droeg het dagboekje altijd bij zich en noteerde naam en geboortedatum van alle mannen die hij overzette. Zo zou de familie weten waar ze waren gebleven. Maar hij noteerde meer; het bleek een ruig leven. In bevrijd België was alles te krijgen.

Er waren soms feesten en regelmatig namen ze etenswaren en andere schaarse goederen mee naar bezet gebied. De meisjes waren dol op deze onverschrokken helden, die voor niets en niemand bang waren. En dat had Herman nooit aan zijn vrouw verteld.

Hij heeft nooit een onderscheiding gekregen en nu blijft wel bewaard wat hij heeft gedaan.

Jos Derks

Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek, dat ongeveer 200 egodocumenten in bezit heeft, is blij met het dagboek. "Het voegt weer kennis toe aan de gebeurtenissen rond het vastgelopen offensief van Market Garden en aan onze kennis van de verzetsgroep waar Herman Derks deel van uitmaakte," zegt conservator Rense Havinga.

Jos vindt Groesbeek de beste plek voor het dagboek. "Ik zie het als een erkenning voor zijn werk. Hij heeft nooit een onderscheiding gekregen. Nu blijft wel bewaard wat hij heeft gedaan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl